62Heijen 01

Mossen en korstmossen worden vaak in één adem genoemd maar zijn geen familie van elkaar. Aan het eind van de vorige eeuw werd ontdekt dat korstmossen anders zijn dan gewone mossen. Zij verschillen van mossen door het ontbreken van frisgroene kleuren en ook door het gemis van sporenkapsels. Korstmossen zijn meestal grijs, groenachtig grijs, geelgrijs, geel, oranje of bruin. Zij vormen vaak korstachtige plakkaten of struikvormige structuren.

Veel korstmossen zijn zeldzaam of zelfs in hun voorbestaan bedreigd en mogen niet voor een verzameling afgesneden worden.

Korstmossen die op bomen groeien (epiphytische korstmossen) worden het sterkst bedreigd. Zij lijden onder verandering van hun leefruimte. Dat zijn lichte, natuurlijke bossen met oude bomen. Die worden steeds zeldzamer. Korstmossen reageren zeer gevoelig op schadelijke stoffen zoals zwaveldioxide, maar ook op klimaatveranderingen. Zij zijn een soort levende meetinstrumenten voor veranderingen in het milieu die ook de mens betreffen. Uit onderzoek is gebleken dat het verdwijnen van korstmossen in verband staat met ademhalingsproblemen bij mensen.

Het zijn eigenaardige dubbelwezens die opgebouwd zijn uit schimmels en algen. Samen vormen zij een symbiose wat betekent dat ze alleen samen kunnen overleven. Om als team te kunnen leven, hebben zij slechts licht en vocht nodig. Daarbij ontstaat hun specifieke uiterlijk dat erg kan variëren met betrekking tot grootte, kleur en vorm.

62Heijen 02

Groeivormen en voortplanting

Er zijn 3 hoofdtypen van vruchtlichamen: korstvormige, bladvormige en struikvormige. De korstmossen op onze foto’s zijn allemaal struikvormig en horen tot de bekertjesmossen, wat mooi te zien is op de foto’s. De rode “hoedjes”, of zijn het misschien kerstmutsjes? vormen de vruchtlichamen, ook wel sporen genoemd. Ook aan de rand van de bekertjes vormen zich sporen. In de beker vangt het bekermos een waterdruppel op. Als het goed is past deze precies in de beker. Bij een volgende druppel spat de eerste weg en neemt daarbij de sporen die aan de rand van het bekertje zitten mee.

Voortplanting kan ook gebeuren door breuk. Als het korstmos door droogte bros en breekbaar is geworden, breken er stukjes af (bijvoorbeeld door knagen van dieren, doordat er overheen wordt gelopen enzovoort). Er ontstaat als het ware een ‘korstmosstekje’.

Bekermos behoort, evenals rendiermossen en heidestaartjes tot de Cladonia-groep. Van de ongeveer 350 soorten komen er 50 in Nederland voor.

62Heijen 03

Het is niet gemakkelijk om de bekertjesmossen te determineren want vaak groeien er meer soorten door elkaar heen. Het beoordelen of de schubben groot of klein zijn, of de kleur mintgroen, grijsgroen of heldergroen is, is een kwestie van heel veel ervaring en dan nog kom je er vaak niet uit.

Voortplanting kan ook gebeuren door breuk. Als het korstmos door droogte bros en breekbaar is geworden, breken er stukjes af (bijvoorbeeld door knagen van dieren, doordat er overheen wordt gelopen enzovoort). Er ontstaat als het ware een ‘korstmosstekje’.

Bekermos behoort, evenals rendiermossen en heidestaartjes tot de Cladonia-groep. Van de ongeveer 350 soorten komen er 50 in Nederland voor.

Wil je meer weten van korstmossen dan is de Veldgids Korstmossen geschreven door Kok van Herk en André Aptroot een leuke handzame gids. Het boekje staat vol informatie over de kenmerken, de ecologie en de verspreiding van meer dan 400 soorten, steeds toegesneden op de Nederlandse situatie. Honderden prachtige foto’s en teksten van 180 soorten maken het een leuk boekje om te hebben en mee te nemen op je zoektocht naar deze mooie natuurstukjes.