110 Heijen 01

Even een midweekje naar een vakantiehuisje in de buurt van zoon, schoondochter en kleindochter, om in deze coronatijd toch even wat meer contact -op kortere afstand- te hebben en meteen genieten van een andere omgeving.

110 Heijen 02

We huurden een woonarkje aan de Kagerplassen in Rijpwetering (Zuid-Holland). Prachtig groen rondom en weidse vergezichten, zowel over water als over het polderlandschap. Genoten hebben we van de rust en de ruimte en vooral veel watervogels gezien. Daarom hebben we gekozen voor de meerkoet, een watervogel die in heel Nederland voorkomt. Je kunt ze bewonderen in kanalen, sloten, en plassen maar ook op vijvers in het park. Het is een mooie bezigheid om deze vogels bezig te zien met het maken van nesten en het voeren van hun jongen.
Meerkoet of waterhoen
De meerkoet (Fulica atra) behoort tot de familie van de rallen, koeten en waterhoentjes (Rallidae) en het geslacht koeten (Fulica). De meerkoet en waterhoen lijken wel wat op elkaar en worden soms verward. Let op de snavel en je weet het meteen: de snavel van de meerkoet is namelijk wit en die van het waterhoen is rood. Zowel waterhoentjes als meerkoeten zoeken elkaar in de winter op in de buurt van grote vijvers en sloten. Daar grazen ze en zoeken waterplanten. Wilt je ze bijvoeren? Neem dan granen en gesneden boerenkool of andijvie. Geen brood, dat is ongezond.

Leefwijze en voortplanting
De meerkoet duikt veel, met name bij het zoeken naar waterplanten. Hij vliegt niet graag, maar hij verplaatst zich liever rennend over het water. Ook bij het opstijgen uit het water wordt eerst een stuk rennend afgelegd. Bij migratie (vogeltrek), die meestal ‘s nachts plaatsvindt, kan hij echter grote afstanden afleggen. De meerkoet is een omnivoor, die zich hoofdzakelijk voedt met waterplanten, weekdiertjes en waterinsecten. Ook worden zaden, gras en bessen gegeten. De meerkoet is monogaam. Het nest wordt aan de waterkant gebouwd van riet en waterplanten, maar ook van drijvend afval zoals stukken papier of plastic. In een nest worden 5 tot 10 grijswitte tot zandkleurige eieren met bruinzwarte vlekjes en puntjes uitgebroed in een tijdsbestek van 21 tot 25 dagen. De jongen worden door beide ouders begeleid en kunnen na ongeveer 8 weken vliegen. Overleeft van een nest slechts een enkel jong of zelfs geen (omdat de jongen een gewilde prooi zijn voor reigers, meeuwen en snoeken), dan doen de ouders een volgende poging. Per broedseizoen doen de ouders 2 tot 3 pogingen een nest jongen groot te brengen. Een meerkoet wordt gemiddeld tien jaar oud.
Uiterlijk en gedrag
De meerkoet is helemaal zwart met op het voorhoofd een grote witte vlek. Het vrouwtje is iets groter dan het mannetje maar de witte vlek op het voorhoofd is bij het mannetje wel wat groter. Ze hebben rode ogen en worden ongeveer 38 centimeter lang, ze wegen 600 tot 900 gram. Ze hebben grote poten, geen zwemvliezen maar wel een vlies aan weerszijden van de tenen. Mannetje en vrouwtje zijn moeilijk uit elkaar te houden. Alleen door goed te luisteren naar hun roep gaat dat lukken. Het mannetje maakt een hoog piepend geluid en het vrouwtje produceert een soort meerkoet geluid, een toontje lager dus. Het jong van de meerkoet heeft een leuk uiterlijk, het lijfje is bedekt met donzige grijsachtige veren, maar het grappigste is wel het “kapsel” van het jong. Het lijkt op, zoals we dat tegenwoordig noemen, een “coronakapsel”; warrig en punkie.

Gedrag
Het is prachtig om te kijken hoe de ouders de jongen lesgeven in duiken en naar voedsel zoeken. Het duiken is niet zo gemakkelijk te leren, want de vogels hebben heel veel lucht tussen hun veren. Ze moeten als het ware eerst een luchtsprongetje maken om vaart te kunnen maken. Onze jonge meerkoet had daar de eerste dag nog niet zoveel ervaring mee, maar de tweede dag deed hij het als de beste en haalde zelf voedsel naar boven, dat hij deelde met pa en ma. Ook wordt de jongen geleerd hoe ze nestmateriaal moeten zoeken en hoe ze er een nest van kunnen maken. Vanaf onze ark hebben we dat mooi kunnen bekijken en fotograferen. Ze bleven het maar proberen op een balk langs de ark. En de volgende ochtend was alles weer weggespoeld. Nieuwe poging, nieuwe kansen dan maar. En och, het is maar oefenen want het echte nest wordt langs de rietkraag gebouwd. De meerkoet is klein maar niet bang. Ze kunnen in de broedtijd flink vechten om hun territorium af te bakenen. Het gaat er dan echt hard tegen hard aan toe. Ze gaan tegenover elkaar staan, maken zich groot en proberen elkaar met de borst omver te duwen. Ook snavels en poten worden gebruikt.

110 Heijen 03
Jonge meerkoet met coronakapsel

Weetjes
We zien de meerkoet op veel plaatsen in Nederland. Iedereen kent de strijdlustige watervogel, maar dit wist je vast nog niet: Het duurt 8 tot 9 weken totdat de jonge meerkoet voor het eerst gaat vliegen. Hij moet dan vaak vanaf het water starten. Aan zijn stuntelige pogingen is duidelijk te zien dat het geen echte vlieger is.
Een zwaan is 20 keer zwaarder dan de meerkoet. Desondanks zal de meerkoet de veel grotere zwaan aanvallen als hij gestoord wordt of zich bedreigd voelt.
De meerkoet kan 15 seconden lang onder water blijven op zoek naar voedsel. Een eend houdt het wel 30 seconden vol.
Er leven naar schatting 500.000 broedparen in heel Midden-Europa. Tot de landen waar meer dan 100.000 broedparen voorkomen, behoort ook Nederland. De meerkoet wordt daarmee niet als een bedreigde soort beschouwd.
Van de meerkoetkuikens sterft 80 % in het eerste jaar na de geboorte. Van de jongen die het wel redden, overleeft slechts de helft het daaropvolgende jaar.
Het nest van de meerkoet is 20 centimeter groot. Het is gemaakt van riet, takjes en bladeren en drijft dicht bij de oever, waaraan het met halmen vastgemaakt is. Aan de kant van het water heeft het nest vaak een soort ‘opritje’.

Lieve mensen, geniet van elkaar en van onze mooie natuur. Fijne zomer toegewenst.
Paul en Martha