Brem en Gaspeldoorn
Misschien niet zo’n logisch onderwerp voor dit jaargetijde, maar ook in de wintermaanden komt het voor dat er bloemen bloeien die je normaal in de lente en zomer ziet. De brem is een echte lente en zomerbloeier, maar heeſt wel familieleden die ook in andere jaargetijden bloeien.
In december van het afgelopen jaar zagen we op de besneeuwde duinen bij Bleijenbeek een bloeiende gele struik (foto). In eerste instantie dachten we aan de gewone brem, maar toen we de plant van dichtbij bekeken en de stekelige takken zagen moesten we onze waarneming bijstellen. Zou het dan een stekelbrem zijn? Maar die zijn toch veel kleiner en kruipen vaak laag over de grond. Dit exemplaar was wel ongeveer een meter hoog en groeide duidelijk omhoog. Toch nog maar eens terug en een takje meegenomen om te determineren. We kwamen uit op “Gaspeldoorn”. Dit is een familielid van de brem, maar komt veel zeldzamer voor.
De Brem (Cytisus scoparius)
De inwoners van Heijen kennen vast wel de straat “De Brem”. Daar waar nu het grote nieuwe bedrijventerrein gevestigd is met daarop het distributiecentrum Arvato Bertelsmann. De straatnaam is afgeleid van het mooie geelbloeiende plantje brem dat er vroeger weelderig groeide en bloeide. Tegenwoordig zie je het plantje niet meer zo massaal staan, al komt het op diverse plekken toch wel weer terug dankzij de vertakte wortelknollen die na vorst of hete zomer opnieuw uitslaan.
Gebruik
Takken van brem werden vroeger als bezem gebruikt. Er werd beweerd dat je met een brembezem het kwaad het huis uit kon vegen. Met dit doel werd soms ook een takje brem aan de deurpost gehangen. Een goede vriend van ons, helaas vorig jaar overleden, had tijdens Hemelvaart bij het dauwtrappen vanuit Gennep naar de “Iesheuvel” in de Looi bij Hommersum altijd een takje brem aan zijn wandelstok ter bescherming.
Er zijn vast nog wel “oudere” Heijenaren die zich de sacramentsprocessie herinneren.
De straten waardoor de processie trok werden versierd met geel/witte vlaggen en de kinderen mochten bloemen plukken om de straten te versieren. Dat waren meestal de bloemen van de brem en de witte margrieten. Er werden prachtige patronen van gelegd. Sacramentsdag is een hoogfeest binnen de Katholieke Kerk en valt op de tweede donderdag na Pinksteren. Op dit feest wordt gevierd dat Jezus Christus zichzelf in de gedaante van brood en wijn aan de mensen wil geven. De pastoor droeg tijdens de processie de Heilige Hostie in de Monstrans om dat tot uitdrukking te brengen.
Gaspeldoorn met bloem en stekelvormig blad
Plantkenmerken
Op een gunstige standplaats kan brem een hoogte van 3 meter bereiken. Typerend voor deze struik zijn de lange, dunne, buigzame, groenblijvende takken met daaraan drie bijeen staande licht behaarde blaadjes.
De bloeitijd is in mei en juni met daarna soms een tweede bloei in september en oktober.
De grote, heldergele bloemen, die massaal aan de plant verschijnen, bevatten een groep meeldraden en één lange stijl die opgerold in de bloem zit. Wanneer de bloemen worden bezocht door grote insecten als hommels kan de bestuiving beginnen. De hommel landt op het onderste deel, de kiel, van de bloem. Door het gewicht van de hommel ontspannen de meeldraden zich en springen met kracht naar buiten, zodat het insect met stuifmeel overdekt wordt. Ook de stijl met de stamper staat nu vrij om bestoven te worden door andere hommels die het stuifmeel van andere bloemen met zich meedragen.
De brem zoals we hem in de lente zien bloeien
Gaspeldoorn met kenmerkende behaarde steel
De vruchten van de brem zijn lange, platte peulen die bij het rijpen zwart worden. Wanneer ze uitgedroogd zijn kunnen zij met kracht openspringen. Dan wordt het zaad ver weg geslingerd. Aan elk zaadje bevindt zich een klein sappig aanhangsel dat mieren erg lekker vinden. Zij verslepen de zaden en zorgen zo voor verspreiding van de brem.
Met deze zaden is er iets bijzonders aan de hand. Het gaat hier om zogenaamd ‘hard zaad’, dat wil zeggen: een bepaald percentage van de zaden ontkiemd door de hardheid van de schil niet. Daarmee overleeft het zaad strenge winters en gebrek aan water. Het zaad zal dan in het voorjaar, als het regent, ontkiemen. Op deze manier kan brem zich ook in noordelijke landen met lange, strenge winters handhaven.
De zaden zijn giftig! Voor hazen en konijnen zijn de takken van de bezembrem een smakelijk wintervoedsel.
Gaspeldoorn Ulex europaeus
Net als Brem is de Gaspeldoorn een struik uit de vlinderbloemfamilie, Fabaceae. De plant is, in tegenstelling tot de gewone brem, niet goed tegen koude en vorst bestand en komt in Europa daarom veel aan de kust van de Atlantische oceaan voor. In Nederland staat de gaspeldoorn op de Rode Lijst als vrij zeldzaam. Hij komt voor op zandgronden, heide en in de duinen. En, zoals wij dus ontdekten, ook in het Maasduinengebied. Rechtop groeiend kan de gaspeldoorn een hoogte bereiken van drie meter, maar de struik blijft op onbeschutte of begraasde plaatsen een stuk lager. Onze struik was ongeveer 1,40 meter groot.
Het is een groenblijvende struik met bladeren die gereduceerd zijn tot groene, naaldvormige doorns van 1,5 tot 2,5 centimeter lang. Ze zijn diepgegroefd en stijf. De jonge bladeren (naalden) zijn drietallig en in dat stadium nog zacht en eetbaar voor dieren als reeën en wilde zwijnen. De vlindervormige en goudkleurige bloemen hebben een lengte van ongeveer 1,5 centimeter en zijn bevestigd aan de licht behaarde fluwelige steel. De bestuiving en verspreiding gaat op dezelfde manier als bij de gewone brem. De bloeitijd is vanaf januari tot juli, maar het is mogelijk dat de plant het hele jaar doorbloeit. Dat verklaart dus ook deze mooie boeiende struik in de sneeuw.
De gaspeldoorn dankt de naam aan het oude woord “gaspe”, dat haak of gesp betekent. De dorens werden in de Middeleeuwen gebruikt voor het sluiten van kleding. Handig toch?
Wij waren natuurlijk erg verrast met deze ontdekking in de buurt van ons mooie Heijen.
Tenslotte nog dit:
Voor jullie allen:
Een bijzonder en ontdekkingsrijk 2019 toegewenst. Voor ons kan het al niet meer kapot!
Martha en Paul