74 heijen 01

Een andere inleiding dan jullie van ons gewend zijn:

Het jaar 2016 was een roerig jaar. Vluchtelingenstroom, IS, Trump, Brexit, popiconen die overlijden en aan het einde van het jaar in onze buurt de aanvaring van een vrachtschip dat tegen de sluis in Grave aanvoer en deze ernstig beschadigde, waardoor een erg lage waterstand in de Maas en ook in onze eigen Paesplas ontstond. De bewoners van de arken moeten voorlopig een ander onderkomen zoeken.

Natuurlijk heeft dit ook gevolgen voor de natuur, zoals vissen die op het droge terecht komen om daar te sterven. Maar de natuur is flexibel en zo ook de mens. Het jaar 2017 zal ongetwijfeld weer voor verrassingen zorgen en het is maar goed dat je niet alles van tevoren weet. Wij wensen jullie in ieder geval een gezond en natuurlijk groen en dier- en mensvriendelijk 2017 toe.

Om terug te keren naar ons Natuurverhaaltje:

In dit nummer een korte beschrijving van de Koolmees en de Pimpelmees met enkele weetjes van beide soorten.

Koolmees (Parus major)

De koolmees is één van de talrijkste tuinvogels. Met zijn gitzwart petje, witte wangen en citroengele buik, is het een gemakkelijk herkenbare soort. Het is een van de meest voorkomende en bekendste vogels van Nederland. Het mannetje is van het vrouwtje te onderscheiden door de veel bredere zwarte streep op de buik.

Pimpelmees (Cyanistes caeruleus, vroeger Parus caeruleus)

De pimpelmees is met zijn frisblauwe petje, witte wangen en brede blauwe halsband is een van de mooiste en talrijkste tuinvogels van Nederland. Hij heeft een korte, smalle grijszwarte middenstreep over de borst en een mosgroene rug met helderblauwe vleugels. De zwarte oogstreep heeft wel iets weg van een maskertje. Vrouwtjes en mannetjes zijn moeilijk te herkennen. Als het paartje bij elkaar zit kun je zien dat het vrouwtje iets valer van kleur is. De zang wordt omschreven als een zilveren lachje.

Weetjes over de koolmees

• Koolmezen variëren hun zang bewust. Dit fenomeen staat bekend als het Beau Geste Syndroom. Beau Geste is de held uit het gelijknamige boek dat handelt over het vreemdelingenlegioen. Wanneer Fort Zinderneuf wordt belegerd door de Tuaregs, zet Beau Geste alle gesneuvelde legioenairs rechtop om te laten uitschijnen dat het fort nog kan bogen op een prima verdediging. De koolmees hanteert eenzelfde tactiek: eerst zingt hij op één plek een strofe, daarna vliegt hij naar een andere plek om er een ander liedje te zingen. Hierdoor krijgen concurrerende mannetjes de indruk dat het territorium al dicht bevolkt is, raken ze geïntimideerd en verlaten ze het gebied.

• De zang van de koolmees is gemakkelijk herkenbaar door het eenvoudige, herhalend deuntje ti-tu-ti-tu-ti-tu-ti-tu)waaraan hij ook zijn bijnaam “fietspompje” dankt. Mannen die thuis onder de knoet zitten, horen er ook hun bazige vrouw in “doe dit, doe dat, doe dit, doe dat”. Vrijende koppeltjes horen dan weer “ziet die twee, ziet die twee”.

• De koolmees broedt regelmatig in brievenbussen, oude pompen en palen van verkeersborden.

• De rupsenpiek vervroegt elke jaar. Dit komt omdat de bomen steeds vroeger in blad komen. De koolmees speelt daar op in door vroeger een eerste ei te leggen, maar slaagt er niet in om gelijke tred te houden met de vooruitschuivende rupsenpiek. Door deze mismatch is er soms te weinig voedsel voor de jongen in het nest.

• Het Instituut Biologie Leiden ontdekte dat mannetjes koolmees heel laag zingen wanneer vrouwtjes zich in hun meest vruchtbare periode bevinden. Dat lage tonen echt heel belangrijk zijn, blijkt uit het feit dat vrouwtjes zelfs vreemdgaan als ze vinden dat hun mannetje niet laag genoeg zingt.

Weetjes over de pimpelmees

• In 1921 stelden vogelaars in Southampton vast dat pimpelmezen de dunne folie van de karnemelkflessen doorprikten om zich te goed te doen aan de room. Dit fenomeen verspreidde zich in enkele jaren over grote delen van Europa. Het werd ook gekopieerd door koolmezen, eksters, merels en spreeuwen.

• Pimpelmezen speuren in de ochtend naar voedsel, maar komen pas later in de middag terug naar de plek waar het eten ligt om het op te eten. Door de late maaltijd blijven ze overdag licht en wendbaar, zodat ze makkelijker kunnen vluchten voor roofvogels zoals sperwers.

• Pimpelmezen kunnen ultraviolet licht waarnemen. De blauwe kruinveertjes van pimpelmannetjes reflecteren veel UV licht. Hoe hoger de reflectie, hoe aantrekkelijker de pimpelman wordt voor de vrouwtjes pimpelmees. Nederlandse onderzoekers namen de proef op de som en smeerden tijdens het broedseizoen UV blokkers uit zonnebrandcrème op de blauwe petjes van gepaarde mannetjes pimpelmees. Hun partner reageerde hier meteen op door minder vaak met voer naar het nest te vliegen. Reden: pimpelvrouwtjes steken minder energie in de kroost van een lelijke vader (dus een pimpelman met een petje dat minder UV licht reflecteert) en sparen hun energie liever op tot een nieuw broedseizoen met een mooiere partner.

• Een aantal jaar geleden is via DNA onderzoek ontdekt, dat pimpelmezen helemaal niet zo dicht bij de koolmees staan (ondanks dat ze er qua uiterlijk wel veel op lijken), daarom is de Latijnse naam gewijzigd in “Cyanistes caeruleus”

• Het geschatte aantal paren pimpelmezen in Nederland is ongeveer 275.000 - 325.000 en stijgt nog steeds. De gemiddelde levensduur van een pimpelmees in goede leefomstandigheden bedraagt ongeveer drie jaar, met weinig roofdieren en zachte winters kan ook een leeftijd van acht jaar worden bereikt. De oudst geregistreerde leeftijd voor een pimpelmees is 19 jaar

 74 heijen 02

Nestkast koolmees en pimpelmees

De koolmees en pimpelmees broeden tussen april en juli. Het bouwen van het nest duurt ongeveer een week. Daarna leggen ze ongeveer 1 ei per dag. Dit loopt op tot ongeveer 8 à 10 eieren voor de koolmees en tot 14 eieren voor de pimpelmees. Het uitbroeden van de eieren duurt een tot twee weken, daarna blijven de jongen nog ongeveer drie weken in het nest voordat ze uitvliegen. De totale broedduur vanaf het betrekken van de nestkast tot het uitvliegen van de jongen is dus ongeveer 50 dagen. De koolmees en pimpelmees zijn holenbroeders. Zij broeden onder andere in boomholten en nestkasten. De vliegopening van de nestkast verschilt. Voor de koolmees is dat 30-32 mm en voor de pimpelmees tussen 7 en 29 mm.

Als de eieren uitgekomen zijn begint het voeren van de jongen door beide ouders. Je ziet de mezen dan af en aan vliegen met rupsen, spinnen, vlinders en andere insecten. De mezen vangen circa 5 duizend insecten voor de jongen. Zorgzame ouders dus…

Nationale tuinvogeltelling 2017

In het weekend van 28 en 29 januari is de nationale tuinvogeltelling, waar iedereen aan mee kan doen. Dit kan in drie eenvoudige stappen. 1. Tel op 28 of 29 januari 2017 een half uur de vogels in je tuin of

balkon. Vliegen de vogels alleen maar over, dan tellen ze niet mee. 2. Noteer alle waarnemingen van een soort, maar tel deze

waarnemingen niet bij elkaar op, want dan loopt je het risico dezelfde vogel dubbel te tellen. Geef alleen het hoogste aantal door van een soort die je tegelijk hebt gezien. Dus: zie je in het tel-halfuur 3 koolmezen tegelijk en even later 5 koolmezen? Dan geeft je door: 5 koolmezen.

3. Geef de telling vóór maandag 30 januari 12.00 uur ‘s middags door via de app Tuinvogels of via de website www.tuinvogeltelling.nl

We zijn benieuwd welke vogel dit jaar de winnaar wordt. Het kan zomaar de koolmees (in 2016 2e) of de pimpelmees (in 2016 4e) worden.

Veel telplezier Paul en Martha