73 heijen 01 

Dood hout, biologisch goud is een bekende uitspraak bij natuurbeheerders. Schimmels en paddenstoelen maken gretig gebruik van dood hout. Ongeveer 1000 paddenstoelen zijn afhankelijk van dood hout waarvan twee derde afhankelijk is van loofhout. In dit artikel aandacht voor een bijzondere paddenstoel: De houtknotszwam, ook wel dodemansvingers of dodemanshand genoemd.

Zakjeszwammen

De houtknotszwam (Xylaria polymorpha) is een schimmel uit de stam van de zakjeszwammen (ascomyceten). Zij vormen een grote groep met meer dan 64000 beschreven soorten. De naam zakjeszwam wijst op de sporenzakjes die uitwendig aan de zwam groeien en wel iets op een klein zakje lijken (zie afbeelding).

In dit sporenzakje wordt een achttal sporen gevormd die alleen microscopisch waarneembaar zijn. De sporenzakjes zijn wel met het blote oog te zien. Als je de houtknotszwam

doorsnijdt zie je dat het binnenste wit is met aan de randen zwarte “bolletjes”. (Foto). Deze bolletjes zijn de sporenzakjes: het Perithecium. Kenmerkend is dat zich aan de bovenzijde een kleine porie, de ‘ostiole’ bevindt, waardoorheen de sporen bij rijpheid een voor een vrijgelaten worden.

 73 heijen 02

Zakjeszwammen spelen een belangrijke rol in veel ecosystemen, bijvoorbeeld als schimmelpartner in bepaalde soorten korstmossen.

De vruchtlichamen van zakjeszwammen vormen voedsel voor verschillende dieren, van insecten en slakken tot knaagdieren en grote zoogdieren als reeën en wilde zwijnen.

Ook voor de mens zijn deze zwammen van grote betekenis. In negatieve zin doordat ze verantwoordelijk zijn voor talrijke ziektes bij mensen, huisdieren en cultuurgewassen. In positieve zin omdat ze een belangrijke rol spelen bij de bereiding van levensmiddelen als kaas, brood, bier en wijn (gist dus) en omdat ze van grote waarde zijn voor de productie van medicijnen. Zo heeft het antibioticum penicilline in de tweede helft van de twintigste eeuw geleid tot een omwenteling in de bestrijding van bacteriële infectieziekten.

Algemene kenmerken

De houtknotszwam of dodemansvingers’, is een algemene bewoner van bossen, meestal aan de basis van rottende of verwonde boomvoeten of boomstammen. Karakteristiek zijn de langwerpige, rechtopstaande, soms vertakte vruchtlichamen die uit de grond schieten als waren het vingers. De soortnaam ‘polymorpha’ betekent letterlijk ‘vele vormen’. De vormen zijn meestal zwart of bruin en soms hebben ze een blauwe of groene schijn. Zoals deze naam suggereert, heeft deze soort een zeer variabel uitzicht, vaak knotsvormig voorkomen met het uiterlijk van een verbrand stukje hout. Vaak wordt deze paddenstoel ook aangetroffen met meerdere individuele ‘vingers’, maar soms zijn deze delen met elkaar versmolten en lijkt het op een klont stompjes.

Verspreiding

De randlaag van de zwam voelt ruw aan. Dit wordt gevormd door de perithecia, de zakjes met sporen waar we het hierboven al over hadden. De productie van de sporen is een vrij langzaam proces. Ze komen een voor een via de kleine opening vrij. Het duurt meestal enkele maanden om het seksuele deel van de levenscyclus te voltooien. Dit is zeer ongewoon in de fungi (padenstoelen) wereld. In de lente vormt deze soort soms een laag van witte en blauwachtige aseksuele sporen.

73 heijen 03 

Dodemansvingers

In het boek: Kinderen der duisternis uit 1951 van A. van der Ploeg, wordt de volgende verklaring voor de naam van deze bijzondere zakjeszwam gegeven:

Het zijn de vingers van stoute, maar gestorven kinderen, die toen ze nog leefden hun ouders sloegen. Elk najaar komen hun ruwe gekromde en zwarte vingers weer boven de grond om vergeving te vragen voor hun daden.

Bovenstaande is natuurlijk verzonnen, een zogenaamde legende. Maar toch… Eert uw vader en uw moeder en vrede op aarde…

Vredige kerstdagen en voor het nieuwe jaar veel geluk en gezondheid toegewenst.

Paul en Martha