maandag 29 mei 2023

Reigers

Karel

64 heijen 01

Brutaal loopt hij op zijn hoge poten over de stoep voor de snackbar in Amsterdam-Zuid, de lange slierten in zijn nek wapperend in de wind. Met zijn okergele priemoogjes peilt hij de in- en uitgaande bezoekers: eten of geen eten? Twee mannen werpen bij het naar buiten gaan een paar frietjes. Minachtend draait hij zijn hoofd weg. Het dozijn duiven dat zich permanent om hem heen schaart, hapt gretig toe. Een volgende klant gooit een gefrituurde kippenpoot op straat. Hmm…dat is andere koek. Hij snelt erop af. Met zijn lange, spitse bek pakt hij de drumstick vast, draait hem in de goede houding en schrokt de kippenpoot – met bot en al – naar binnen. Vol verwachting kijkt hij naar de gulle gever, alsof hij zeggen wil: “Er passen vier van die drumsticks in mijn lange nek, dus kom maar op.” Een tweede kippenpoot volgt, en wanneer het daarbij lijkt te blijven, gaat hij op het bankje voor de snackbar zitten. Lekker bakken in het zonnetje. De dikke bobbel bovenin de nek begint langzaam te dalen; het verteringsproces is begonnen. Over een klein half uurtje zal hij zich weer melden voor de volgende snacksessie. Je begrijpt het natuurlijk: Karel is een reiger. Sinds enkele jaren dagelijks te zien bij een snackbar op het Amsterdamse Stadionplein. Karel, zoals het personeel de reiger genoemd heeft, is een van de eerste klanten die zich in de ochtend meldt en altijd de laatste die vertrekt. Soms komt Karel ook naar binnen gewandeld, en zolang hij geen klanten aanvalt, mag dat. Het personeel vindt het eigenlijk wel grappig, een reiger als vaste klant. Een keer dacht de slimmerik zelf iets uit de muur te kunnen trekken, maar het klepje sloeg dicht, met de snavel van Karel ertussen. Krijsen dat-ie deed, niet normaal. Nu inspecteert hij binnen af en toe de grond op etensresten en zo nu en dan krijgt hij iets toegeworpen van een klant.

Reigers (Ardeidae) zijn familie uit de orde van de roeipotigen. Er zijn zo’n 67 soorten waarvan ook een aantal in Nederland is waar te nemen.

Heb je een vijver in je tuin dan heb je vast wel eens bezoek gehad van de blauwe reiger die een lekker goudvisje niet weet te versmaden. Een makkelijke prooi voor deze mooie vogel die het in de winter als het hard vriest erg moeilijk kan hebben.

De blauwe reiger (Ardea cinerea)

De blauwe reiger is de bekendste vertegenwoordiger van de familie van de reigers en wordt ook veel gezien in ondiepe plekken van stadssingels en poldersloten in weilanden. Hij zoekt in stedelijke gebieden steeds vaker de rand van tuinvijvers op om daar een visje te verschalken. Door visliefhebbers wordt hij als een plaagsoort gezien en wordt daarom ook zoveel mogelijk geweerd. Het voedsel bestaat net als bij de zilverreiger uit voornamelijk vis, amfibieën en kleine zoogdieren. Soms verschalkt hij ook wel een klein waterhoentje.

Kenmerken en voorkomen

De blauwe reiger is een grote vogel met een lengte van ongeveer 90 tot 98 centimeter en kan een lichaamsgewicht bereiken van ongeveer 2 kilogram. Mannetje en het vrouwtje zien er hetzelfde uit. Beide geslachten hebben een grijze bovenzijde, vleugels en staart en de vleugeleinden zijn zwart. De kop is wit met een zwarte band door het oog die doorloopt in een kuif. Ook de hals heeft een witte kleur maar is voorzien van lengtestrepen aan de voorzijde. De buikzijde is grotendeels lichtgrijs van kleur. De kop draagt een gele, spitse snavel, in de broedtijd kleurt deze soms roodachtig. De poten zijn lang en bruin van kleur en kleuren net als de snavel roodachtig.

De reiger heeft een matig snelle vlucht met langzame, zware en diepe vleugelslagen, maar soms wordt ook een kleine zweefvlucht uitgevoerd. De nek is hierbij “s”-vormig ingetrokken en de poten steken achter het lichaam uit. De blauwe reiger komt in heel Europa voor en ook in delen van Zuid-Azië en in Thailand. In Nederland is de broeddichtheid het grootst.

De blauwe reiger en de mens

Er is al veel geschreven over de gespannen verhouding tussen de blauwe reiger en de mens. Over de rivaliteit tussen de vogel en de beroepsvisser; over de vervelende gewoonte van de vogel om met zijn uitwerpselen de bomen wit te kalken, bladerloos te maken en de grond te besmeuren; over de stank van gevallen visresten et cetera nog maar te zwijgen. In vroeger tijden werden de kolonies gemakkelijk het doelwit van verstoring en stroperij. Reigers werden gegeten en vormden de Koninklijke prooien van de valkerij.

64 heijen 02

De grote zilverreiger (Ardea alba)

Met zijn lengte van 85-100 cm is de zilverreiger zelfs nog iets groter dan de blauwe reiger. De spanwijdte is 1,45 tot 1,70 m en hij weegt 1-1,5 kg. De zilverreiger is wel slanker dan de blauwe reiger. Hij leeft van vis, amfibieën, kleine zoogdieren en soms ook reptielen en vogels. Roerloos wachtend aan de waterkant tot een prooidier in de buurt komt kan hij heel lang volhouden of rustig wadend door ondiep water achtervolgt hij zijn prooi om deze met een snelle aanval aan zijn dolkvormige snavel te spiesen.

Voorkomen

De zilverreiger komt meer voor in Italië, de Balkan en in Turkije. Hij is bezig aan een opmars in Europa. De vogel broedt nu ook in België, Nederland, Duitsland, Slowakije, Polen, Wit-Rusland en Litouwen. Het eerste broedgeval in Nederland vond plaats in 1978 bij de Oostvaardersplassen. Het aantal broedparen in Nederland steeg geleidelijk tussen 1978 en 2007 naar gemiddeld 150 per jaar. Omdat het in het begin niet duidelijk was dat deze vogel als broedvogel zich zou handhaven, werd hij in 2004 als gevoelig op de Nederlandse rode lijst gezet. Buiten de broedtijd wordt de grote zilverreiger in Nederland en België ook steeds vaker waargenomen.

In onze gebieden zie je, buiten de blauwe reiger, steeds vaker de grote zilverreiger. Bijvoorbeeld in Milsbeek in de buurt van de Diepen, waar we er wel eens acht tegelijk hebben waargenomen, en ook bij de vijvers op het golfterrein Bleijenbeek zie je ze steeds vaker.

Mooie waarnemingen toegewenst!

Martha en Paul