56 Heijen 01

De zandbijen (Andrena) vormen een geslacht uit de familie van de andrenidae. Wereldwijd behoren meer dan 1300 soorten tot dit geslacht. In Nederland en België komen meer dan 70 soorten zandbijen voor. De meeste soorten leven in droge en warme biotopen. Als nestelplaats gebruiken ze vaak open zandige bodems (vandaar de naam) in de buurt van of onder struiken, waar ze beter zijn beschermd tegen hitte en vorst. Meestal bouwt en verzorgt het vrouwtje het nest alleen. De soorten zijn vaak bruin tot zwart van kleur met witachtige haarbanden over de buik. De lichaamslengte varieert meestal tussen de 8 en 17 millimeter, waarbij mannetjes wat kleiner en slanker zijn dan vrouwtjes. De zandbijen op de foto’s zijn grijze zandbijen gefotografeerd in het Afferdense bos in de buurt van de Cockse heide. Het zijn allebei vrouwtjes; een met stuifmeel aan de achterpoten (goudgeel van kleur) en een zonder. Het is een grote soort, lengte 13-15 mm, met een egaal grijswit, dicht behaard borststuk. Het achterlijf is vrijwel kaal en zwartglanzend.

Levenswijze

Eén generatie. Mannetjes verschijnen iets eerder dan vrouwtjes. Mannetjes zoeken al vanaf eind maart laag vliegend over de nestaggregatie (samengevoegde gangen) of kruipend over de bodem naar vrouwtjes. De verschillende beschreven vliegpatronen van de mannetjes, zigzaggend of cirkelvormig, hebben mogelijk te maken met nestdichtheid, windrichting en -sterkte en de detectie van geuren die daarmee samenhangen. Soms graven mannetjes zich in de bodem in op plaatsen waar vrouwtjes verschijnen. Zodra een vrouwtje uit de grond komt proberen diverse mannetjes haar te grijpen om te paren. Hierbij rollen ze als een kluwen vechtend over de grond. Na de paring verblijft het vrouwtje nog 1-3 dagen in het nest, mogelijk om de eieren te laten rijpen. Het vrouwtje paart maar één keer, nieuwe paringspogingen door mannetjes worden afgeweerd. De nestgang gaat tenminste 25 maar soms wel 50 cm loodrecht naar beneden. Vertakt in meerdere zijgangen waar zich aan het einde de verbrede broedcellen bevinden. In deze broedcellen leggen de vrouwtjes een bal stuifmeel gemengd met nectar. Op die bal wordt een ei gelegd, waarna de cel wordt afgedicht. De larven moeten het hiermee doen, zij verpoppen in de zomer en overwinteren als volwassen zandbij in een zelf gesponnen cocon om in het volgende voorjaar naar buiten te komen.

56 Heijen 02

Voorkomen

Het zijn superspecialisten, die alleen stuifmeel verzamelen op wilgen en daarom al vanaf begin maart en nooit langer dan tot half mei zijn waar te nemen, de wilgen moeten wel binnen een straal van ongeveer 250 meter van de nestplaats staan. Grijze zandbijen zijn pioniers, geschikte plekken zijn snel bewoond. Locaties van tientallen bijen blijven soms jarenlang in gebruik. De nesten worden meestal in zand gegraven, soms echter ook in steviger substraat zoals löss. Elke keer als het vrouwtje het nest verlaat en de nestingang afsluit, wordt het zand met een geurstof gemerkt. Hierdoor zijn de wijfjes in staat het nest in de kolonie terug te vinden.

Vijanden

De roodharige wespbij is de nestparasiet die vaak de hele dag rondzwerft rond de nesten van de grijze zandbij. Zij legt haar eitjes in het nest van de zandbij; het eitje van deze wespbij komt iets eerder uit. De larve eet eerst de larve en daarna het voedsel van de grijze zandbij op. Ook heeft de grijze zandbij vaak een parasiet: een zandbijwaaiertje (Stylops melittae). Dit insect leeft op het lichaam (zit vaak verscholen tussen de segmenten van het achterlijf) en zorgt ervoor dat de mannelijke dieren vroeg in het jaar en enigszins versuft over de grond lopen.

Een bijzonder mooie zomer toegewenst

Martha en Paul