53 Heijen 01

In de trektijd worden vaak tientallen buizerds gezien, die hoogte proberen te winnen door een warme luchtstroom onder de brede vleugels te vangen. Door van deze thermiek gebruik te maken kunnen ze met een minimale inspanning grote afstanden afleggen.

In de winter overwinteren in onze streken grote aantallen Scandinavische buizerds, die massaal op paaltjes in weilanden en langs snelwegen neerstrijken. Ze worden daarom ook wel paalzitter genoemd.

Voedsel

De buizerd is niet kieskeurig wat eten betreft. Vaak eet hij door auto’s aangereden dieren. Dat gaat dikwijls ten koste van hun eigen leven. Verder eet hij wat voorhanden is, konijnen, mollen, kikkers maar ook vaak wormen die hij in het weiland uit de grond trekt. Dat wordt “pieren” genoemd. Hij is geen snelle jager zoals de haviken, sperwers en valken maar moet het hebben van aas of zieke dieren.

In het verleden en helaas gebeurt het nog steeds worden buizerds vergiftigd door het neerleggen van vergiftigd aas door mensen die de buizerd als een concurrent beschouwen. Gelukkig zijn deze praktijken sterk afgenomen, waardoor het aantal buizerds sterk is toegenomen.

Kenmerken

De roep van de buizerd klinkt als een gerekt klagend gemiauw. Wanneer men een nest nadert, beginnen de buizerds opgewonden en miauwend boven de boomkruinen te vliegen. Dit gedrag heet in vogelaarstaal ‘alarmeren’. Bij buizerds bestaat een grote kleurvariatie, er zijn erg donker gekleurde exemplaren terwijl er ook zijn met een bijna witte onderkant. Het bovengedeelte is effen, terwijl aan de onderkant verschillende dwarsbanden getekend zijn. De staart van een volwassen buizerd heeft naast de donkere eindband nog 8-10 smalle donkere dwarsbanden. De spanwijdte van de vleugels is ongeveer 113 tot 128 cm. De totale lengte van kop tot staart is ongeveer 51 tot 57 centimeter. Door de typische vlucht is de vogel gemakkelijk te herkennen; enkele vleugelslagen, kort zweven en dan weer een paar slagen. De buizerd is een uitgesproken langzame vlieger met zijn brede vleugels en de korte, brede staart. Een cirkelende buizerd is te herkennen aan de lange en brede vleugels en aan de relatief korte, breed gespreide staart. Mannetjes en vrouwtjes zijn alleen naast elkaar, bijvoorbeeld wanneer ze samen rondcirkelen te onderscheiden, waarbij het vrouwtje in de regel iets groter is dan het mannetje. Vaak wordt een buizerd door een of meer kraaien belaagd. Zij zien de buizerd als een voedsel concurrent en proberen hem met z’n allen weg te jagen.

53 Heijen 02

Voortplanting

De buizerd bouwt hoog in een boom, in een gaffelvormige boomtak of tegen de stam aanleunend, een nest van dode takken, met daarop bijvoorbeeld dennen- of larikstakken. Het nest wordt een horst genoemd. Als je in het voorjaar vers groen op het horst ziet dan kun je er zeker van zijn dat er een buizerd bezig is met het opmaken van het nest voor de voortplanting. In mei legt het vrouwtje twee tot vier eieren. De witachtige eieren hebben bruine vlekken en vegen. De broedtijd is 28 tot 31 dagen. Het jong dat als eerste uit het ei komt heeft de grootste kans te overleven, want als eerstgeborene krijgt hij het meeste eten, en is dus ook groter en sterker dan zijn broertjes of zusjes die later uit het ei komen. Bij gebrek aan voldoende voedsel sterft het zwakste kuiken en wordt uit het nest gegooid, of opgegeten door de rest. Buizerdjongen hebben een typisch witte bles op het achterhoofd. De kuikens houden het nest netjes, uitwerpselen verdwijnen met kracht over de rand. Onder het nest zie je dan ook witte “poep”strepen (smelsel) in een kring op de grond. De jongen blijven zes tot zeven weken in het nest en verwijderen zich naarmate ze ouder worden zich steeds verder van het nest. Een buizerd is pas na 3 à 4 jaar geslachtsrijp.

53 Heijen 03

Wist je dat buizerd allemaal hun eigen verenpatroon hebben net zoals wij mensen ieder onze eigen vingerafdrukken hebben. Onderzoekers kunnen aan de hand van gevonden veren zien hoe het met de stand van de buizerds in ons gebied gesteld is. De veren hierboven zijn allemaal van dezelfde vogel, dat is te zien aan het patroon.

Geniet van deze prachtige vogels, die ook in onze plaats voorkomen; vaak zie je ze op het voetbalveld naar pieren (wormen) zoeken.

Martha en Paul