19 Heijen 01

De grote bonte specht ( Dendrocopos major. Al vroeg in het voorjaar kunnen we de Grote Bonte Specht horen roffelen op de daarvoor geschikte, meestal dode, takken. Het geluid
is op flinke afstand te horen en daarmee bakenen ze hun territorium af en trekken ze de aandacht van een wijfje. Als je heel vlug kunt tellen en je telt 12 tot 16 slagen op 6/10 van een seconde, dan weet je dat je een grote bonte specht hoort. Behalve door de roffel laat de Grote Bonte Specht zich vaker verraden door een enkele schelle “Tiep!”.

Voorkomen

De grote bonte specht is de meest voorkomende spechtensoort in onze gebieden. Het is een echte standvogel wat betekent dat de vogel in het broedgebied of in ieder geval in de buurt van het broedgebied overwintert. De bonte specht is een stuk kleiner dan de groene specht en heeft zowat de grootte van een spreeuw.

Voedsel

Hij weet slechte omstandigheden (onder andere voedselgebrek) goed het hoofd te bieden. In het broedseizoen bestaat het voedsel voornamelijk uit insectenlarven en rupsen die ze met hun lange tong, die eindigt in een harpoenachtige punt, uit de diepe gangen in dode bomen halen of tussen de schors van bomen uitpeuteren. Zijn er te weinig insecten en rupsen dan komt het voor dat ze ook een mezennest kraken en die jongen dan in stukjes aan hun eigen jongen voeren.

Spechtensmidse (zie foto)

19 Heijen 02

In de winter is het natuurlijk helemaal moeilijk om aan voedsel te komen. Als de jongen zijn uitgevlogen en er minder insecten zijn, schakelen de spechten over op zaden. Die halen ze overwegend uit dennenappels. Ze plukken de dennenappels uit de bomen en vliegen ermee naar een vaste plaats. Meestal is dit een gevorkte tak of een spleet in de bast van een boom. De dennenappel wordt vastgeklemd en de specht peutert de zaden eruit. Is de dennenappel leeg dan laat hij hem vallen en zo zie je soms tientallen tot wel honderden dennenappels onder een boom liggen. Je weet dan dat je onder een “spechtensmidse” staat. De bonte specht heeft verschillende van zulke smidsen in gebruik, want voor elke soort dennenappel heeft hij een aparte smidse. Ooit zijn er van één specht 57 werkplaatsen geteld.

Deftig heerschap

De grote bonte specht heeft geen groot broedgebied, maar is met zijn mooie rode kardinaalspetje wel een deftig heerschap. Het vrouwtje heeft dit petje afgezet toen ze nog jong was; alle jongen hebben een mooi rood petje maar alleen bij de mannetjes blijft er later iets van over. Hoor je in het voorjaar tromgeroffel in het bos dan is dat niet de slagwerkgroep van Heijen maar wel de mooie grote bonte specht die zo de aandacht probeert te trekken van de vrouwtjes.

19 Heijen 03

Wij wensen jullie een mooi (voor)jaar toe met veel mooie natuurgeluiden.

Martha en Paul