72 heijen 01

De meeste pijlstaarten zijn grote vlinders die ‘s nachts vliegen; de kleinere soorten vliegen meestal overdag. Over de hele wereld zijn ongeveer duizend soorten bekend. Omdat de meeste soorten in Nederland erg zeldzaam zijn en de algemene soorten verborgen leven hebben veel mensen nog nooit een pijlstaart gezien. Pijlstaarten hebben vaak bonte kleuren. De grootste pijlstaart is Cocytius antaeus, een soort die in Zuid- en Midden Amerika voorkomt . Deze heeft een spanwijdte van ongeveer 17,5 centimeter. De naam is afgeleid van een typisch kenmerk van de rupsen die een verharde stekel op hun achterste segment dragen. De rupsen zijn meestal groot en kleurig, maar zo dat ze niet opvallen in de waardplant (voedselplant).

Bijzondere vondst in de Meidoornstraat

Maar ook de windepijlstaart, die we hieronder beschrijven, is een flinke jongen. De vlinder is gevonden in de Meidoornstraat bij de familie Hopman. Het is een van de pijlstaartvlinders die niet veel voorkomen in ons land en daarom dus een bijzondere vondst.

Chris bracht hem naar ons met de vraag of we wisten wat het was. Zelf dachten ze aan een mot. Dat klopt natuurlijk, want nachtvlinders worden bij ons motten genoemd, maar dat er zulke grote motten bestaan weet waarschijnlijk niet iedereen. De vlinder werd in de tuin gevonden toen Leonie de droogmolen openklapte. Hij, ja het is een mannetje, viel er letterlijk uit en omdat nachtvlinders overdag niet vliegen konden ze hem zo oppakken.

De rupsen van de windepijlstaart leven van haagwinde en akkerwinde dat langs fietspaden en dijken groeit, maar ook de blauwe ipomea, de blauwe winde die bij ons in tuinen groeit, is een voorname voedselbron voor deze rups.

 72 heijen 02

Kenmerken

De windepijlstaart( Agrius convolvuli) is een vlinder uit de familie pijlstaarten (Sphingidae). De schorsachtig grijze, zeer slanke voorvleugels met de donkere lijnen, maken deze grote pijlstaart (vleugellengte 4,5 tot 5 cm) tot een zeer goede vlieger. In de rusthouding die ze overdag aannemen bedekken de voorvleugels de achtervleugels. Het krachtige, spits toelopende achterlijf van het mannetje is rood-zwart geringd. Bij de aanzet van de achtervleugels vormen de schubben op de rug tussen de vleugels een duidelijke kop van een kleine slang. Ook de twee rode plukjes haar net onder de thorax (borststuk) zijn een bijzonder kenmerk van deze soort. Het vrouwtje heeft een minder gekleurd lijf; zij is vooral grijsbruin gekleurd met twee donkere stippen op het achterlijf. De windepijlstaart is een grote vlinder met een spanwijdte van 9 tot 13 centimeter. De tong, waarmee de vlinder nectar uit bloemen zuigt, kan wel 15 centimeter lang zijn. Heb je siertabaksplanten of kamperfoelie in je tuin staan dan heb je ’s avonds kans om deze vlinder te zien tijdens het snoepen van de nectar. Het is een prachtig gezicht; de vlinder kan namelijk voor de bloem blijven hangen en net als een kolibrie met zijn lange tong de nectar uit de bloemen zuigen.

Voorkomen

De windepijlstaart komt voor over heel Europa maar vooral in Zuid-Europa en Noord Afrika.. Het is een trekvlinder die jaarlijks in wisselende aantallen vanuit het zuiden naar Nederland komt. De vliegtijd is van april tot en met oktober. Hij vliegt in de vroege ochtend en de avond; het is dus een echte “nachtvlinder”. In oktober vliegen de vlinders die in ons land uit de pop zijn gekropen naar Zuid Europa of Noord Afrika. Ze kunnen daarbij snelheden halen van wel 50 km per uur. In een nacht kunnen ze over de Alpen vliegen. Hun lichaamstemperatuur kan dan oplopen tot wel 40 graden wat nodig is.

 72 heijen 03

Vlinderstichting

De vlinderstichting kreeg deze zomer opvallend veel meldingen van rupsen van windepijlstaarten binnen. De rupsen kunnen wel tot 8 cm lang worden en zo dik zijn als een duim. Er bestaan twee verschillende vormen: helder groen met bruinachtige of zwartachtige schuine strepen op de flanken, of een bruin lichaam met lichtbruine of roze-achtige schuine strepen. Deze grote nachtvlinder is in Nederland vrij zeldzaam. In 2016 echter, werden er veel meer windepijlstaarten gezien dan normaal. Dat heeft waarschijnlijk te maken met de zachte winter die we in 2015 gehad hebben. Normaal kunnen de eitjes die deze vlinders leggen niet overleven in ons klimaat. Onze winters zijn te koud maar door de zachte winter hebben toch veel rupsen het overleefd.

Raadsel

In bergpassen in de Pyreneeën zijn waarnemingen van duizenden nachtvlinders die met grote snelheid vanuit het zuiden naar het noorden vlogen. Waarom maken nachtvlinders deze lange vlucht? De geleerden weten het niet; het is een van de interessante vragen die ze proberen op te lossen.

Heb jij ook iets interessants of vermeldenswaardigs gevonden geef het gerust door. We weten natuurlijk niet alles, maar we doen ons best. En wellicht kunnen we er een artikeltje in Hejs Nejs aan wijden.

Martha en Paul