65 heijen 01

Enkele weken geleden liepen we door het bos en kwamen we aan de praat met een paar mannen die langs het bospad bezig waren met een metaaldetector. Langs het pad lagen enkele munitiekisten. We vroegen aan de mannen of dit een hobby van ze is en wat ze gevonden hadden.

Het is inderdaad een hobby. Ze verzamelen allerlei materialen uit de tweede wereldoorlog zoals deze Engelse mortiergranaatkisten. Omdat deze heren wel eens werken voor de EOD hadden ze een professionele metaaldetector kunnen lenen en daardoor deze munitiekisten kunnen vinden. De kisten waren gevuld met zand en, op meer dan een meter diep, in een lange rij begraven langs het bospad. (zie foto)

65 heijen 02

Verder wandelend kwamen we daardoor op het onderwerp voor dit nummer van Hèjs Nèjs, namelijk Amerikaanse vogelkers of bospest (Prunus serotina).

Amerikaanse vogelkers is een bladverliezende struik tot lage boom die hier maximaal ca. 20 meter hoog kan worden. De bladen zijn elliptisch of omgekeerd eirond tot langwerpig lancetvormig, van boven kaal en glanzend groen en 4-12 cm lang. De witte bloemen verschijnen in trossen nadat de boom in blad gekomen is, meestal begin mei en geuren heerlijk. De rijpe vruchten (september) zijn zwartpurper en ongeveer 8-10 mm in doorsnee. Ze zijn eetbaar maar de pitten zijn giftig.

De plant is ook te herkennen aan zijn geur. Als je de schors van een tak los krabt of een blad kneust komt er een sterke amandelgeur vrij.

Het kwaad was geschied

Rond 1915 werd deze boom vanuit de Verenigde Staten als bodemverbeteraar geïntroduceerd in de Nederlandse bossen. Vanaf de jaren twintig van de vorige eeuw werd hij zelfs massaal aangeplant.

De aanplant door boseigenaren als Staatsbosbeheer en de Nederlandse Heidemaatschappij beleefde zijn hoogtepunt in de jaren dertig en veertig bij de bebossing van heidevelden.

Iets wat men niet had voorzien, maar wat vaker het geval is als exoten (een plant of dier dat zich heeft gevestigd in een land waar het oorspronkelijk niet vandaan komt) in een andere omgeving uitgezet of aangeplant worden, gebeurde. Het agressieve karakter van de Amerikaanse vogelkers begon langzaamaan duidelijk te worden. Men kwam er achter dat de soort de bosontwikkeling grondig kan verstoren. Daaraan dankt de Amerikaanse vogelkers dan ook zijn bijnaam; bospest. Natuurlijke vijanden zoals een bodemschimmel, die voorkomt in zijn oorspronkelijk leefgebied, komt niet voor in onze bossen. Combineer dit met de eigenschappen van de plant zoals grote zaadproductie, gemakkelijke zaadverspreiding door vogels die de vruchten eten, om daarna met de ontlasting van de vogel weer de kans krijgen om te kiemen. Door hun hoge groeisnelheid, lage eisen aan bodem, geringe gevoeligheid voor vorst en droogte, de lange houdbaarheid van het zaad en de grote kiemkracht is het kwaad snel geschied.

65 heijen 03

Bestrijding

Na de Tweede Wereldoorlog is men begonnen met de bestrijding van de plant. Tot in de jaren tachtig van de vorige eeuw dacht men dat de plant uit te roeien was, maar halverwege de jaren tachtig heeft men zich er bij neergelegd dat de plant onuitroeibaar was. De nadruk wordt nu gelegd op het beheersbaar houden van de aanwezige populatie. Ook in onze bossen wordt geprobeerd deze plant onder bedwang te houden. Natuurorganisaties, ondersteund door vrijwilligers, houden zich hiermee bezig door jonge boompjes uit te trekken, de bomen te ringen waardoor de sapstroom onderbroken wordt.

Hobby

Vaak nemen wij als we in het bos zijn een aantal takken verse vogelkers mee naar huis. Daar worden door Paul kleine figuurtjes uit gesneden met een zakmesje. Het is een gemakkelijk te bewerken houtsoort als hij vers is. Er wordt gekeken naar de vorm van het stukje hout om er vervolgens uit één stuk een figuurtje uit te snijden. Dit loopt uiteen van paddenstoeltjes (sleutelhangers) tot lepels, messen, vorken, vogeltjes, vissen, briefopeners en noem maar op.

De boswachter vindt het prima en heeft al eens de opmerking gemaakt: “neem alles maar mee”. Dat wordt natuurlijk lastig want ons autootje is niet zo groot dat we er hele boomstammen in kunnen vervoeren. Bovendien blijft het hout als het gesneden is niet vers en kan het niet meer bewerkt worden.

Wij blijven dus het bos een beetje pesten maar ook onderhouden.

Groeten Martha en Paul