63 heijen 01

Een witte kerst hebben we het afgelopen jaar niet gehad. Daarvoor moeten we terug naar het jaar 2010. De natuur is in de war wordt er gezegd, maar is dat ook wel zo? De natuur past zich immers altijd aan en als de aarde opwarmt is het logisch dat er in december temperaturen gemeten worden van 10 tot 15 graden Celsius en soms nog wel hoger. De dieren en planten denken dan ook dat het al lente wordt, zoals te zien is aan de foto (genomen op 29 december) van de braamstruik waaraan witte bloemen bloeien en ook nog rijpe bessen hangen. Lente, zomer, en herfst aan een struik. Misschien vallen de bladeren er in januari wel af en is het als dit nummer uitkomt wel volop winter met sneeuw en ijs immers de lente begint pas 21 maart.

Sneeuwklokje (galanthus nivalis)

In sommige tuinen steekt het sneeuwklokje zijn bloemetjes al boven de grond. Dit is heel normaal voor een warme winter. De bloeitijd kan variëren van januari tot april. De vriendelijk knikkende bloem is een symbool geworden voor het vertrek van de winter en de komst van de len-te. De uit het Grieks afgeleide naam Galanthus betekent “melkwitte bloem”, maar het blijkt dat het witte bloemblad

van de bloem eigenlijk transparant, dus kleurloos, is. Er schijnen luchtbelletjes tussen de cellen te zitten die het licht zodanig verstrooien, dat wij het als een witte kleur waarnemen. De geslachtsnaam ‘Galanthus’ komt van ‘gale gala’(melk) en’anthos’(bloem), melkbloem dus, terwijl de soortnaam nivalis afgeleid is van het Latijn nix, wat sneeuw betekent.

Voorkomen

De plant komt, doordat zij snel en gemakkelijk verwildert, in heel veel streken voor. Haar oorspronkelijk verspreidingsgebied is vermoedelijk Zuid en Midden-Europa en is door rondtrekkende edellieden en geestelijken naar onze streken gebracht. In Nederland hoort de soort bij de stinzenplanten. Stinzenplanten vormen een bijzondere groep verwilderende sierplanten. Ze horen thuis op oude buitenplaatsen en op de oude ‘stinzen’ (landhuizen). Zij zijn daar al eeuwen geleden geplant waarna ze verwilderd zijn en door de jaren heen ingeburgerd. Het zijn vooral in het voorjaar bloeiende bol- en knolgewassen waar het sneeuwklokje er een van is. Velden vol bloeiende bolgewassen maken een bezoek aan een buitenplaats tot een waar lentefeest.

De bloei zo vroeg in het jaar is ongunstig voor insectenbezoek en dus voor kruisbestuiving, maar het blijkt niet onmogelijk. Honingbijen en hommels halen bij gunstig weer al vanaf februari uit de sneeuwklokjes een licht oranjekleurig stuifmeel en zelfs een kleine hoeveelheid nectar. Afhankelijk van de temperatuur treedt er dan soms ook vruchtzetting op. De zaden worden dan door mieren versleept, omdat er een mierenbroodje aan zit. Maar de veruit belangrijkste vorm van vermeerdering gebeurt door ongeslachtelijke voortplanting door het vormen van klisters aan de bollen. Dit zijn kleine bolletjes, die na verloop van tijd op hun beurt weer uitgroeien tot bloeirijpe bollen. Sneeuwklokjes worden veel toegepast als tuinplant. In een heel groot deel van de tuinen in West-Europa is het wel aangeplant. Het geldt hier als een vroege voorjaarsbode. De teelt van sneeuwklokjes duurt een aantal jaren en daarom werd het verbouwd in Sneeuwklokjesbossen, waar ze van tijd tot tijd werden geoogst. Dit gebeurde onder meer op Texel, waar ook nu nog veel sneeuwklokjes in de bossen te vinden zijn.

63 heijen 02

Sneeuw-klokje (een vlaamse legende)

Toen het eerste sneeuwklokje zijn blaadjes ontvouwde, lag er nog sneeuw op aarde en koning Winter heerste nog. hoewel koning Lente al aangekomen was. Beiden wilden het bloempje een naam geven. Koning Winter nam het in zijn hand en zei, dat het tijdens zijn heerschappij ontloken was en dus aan hem toebehoorde. Hij noemde het “Sneeuwbloem”, want het bloempje was in zijn koude handen zo wit als sneeuw geworden. Koning Lente was het

daar helemaal niet mee eens. Hij nam het uit de handen van Koning Winter en noemde het ‘Lenteklokje’, omdat het zijn komst voorspeld had en koning Lente zijn tijd al gekomen achtte. Ondertussen hadden de bloempjes in de warme handen van Lente groene vlekjes gekregen en nu besloten Winter en Lente ieder de helft van hun naam aan het plantje te schenken. En voortaan heette het bloempje Sneeuw-klokje.

De sneeuw hebben we deze kerst moeten missen, we zullen het moeten doen met mooie verhalen van vroeger toen het veel kouder was en we de hele kerstvakantie konden schaatsen en sneeuwballen gooien. Maar vroeger was alles beter, mooier, witter, kouder. Dat willen we ons graag herinneren, maar geef de hoop niet op. Het sneeuwklokje is de bloem van de hoop. Ga naar buiten en kijk rond in je omgeving. Hoop doet leven. Geef het door in dit nieuwe jaar.

Een hoopvol 2016 toegewenst

Martha en Paul